eindtermen boekhouden voor diploma basiskennis boekhouden

Om voor dit examen te kunnen slagen, dien je over voldoende kennis en vaardigheden van de volgende onderwerpen te beschikken:

 

K = Kennisvragen B = Begripsvragen T = Toepassingsvragen A = Analysevragen

1           Journaalposten

K

B

T

A

1.1

De kandidaat kan de journaalpost maken van de aankoop van duurzame productiemiddelen, met eventuele aanloopkosten en bijkomende kosten.

X

1.2

De kandidaat kan de journaalpost maken van de verkoop van duurzame productiemiddelen, inclusief een verkoopwinst of -verlies.

X

1.3

De kandidaat kan de journaalpost maken van de afschrijving op duurzame productiemiddelen door directe afschrijving op het productiemiddel of door afschrijving via afschrijvingsrekeningen.

X

1.4

De kandidaat kan de journaalposten maken met betrekking tot contante inkopen of inkopen op rekening, al of niet met inkoop- of betalingskortingen, ontvangst van goederen, eventueel op gescheiden tijdstippen.

X

1.5

De kandidaat kan de journaalposten maken met betrekking tot retourinkopen (contant of op rekening), al of niet met inkoop- of betalingskortingen, ontvangst van goederen, eventueel op gescheiden tijdstippen.

X

1.6

De kandidaat kan de journaalposten maken met betrekking tot contante verkopen of verkopen op rekening, al of niet met verkoop- of betalingskortingen, afgifte van goederen, eventueel op gescheiden tijdstippen.

X

1.7

De kandidaat kan de journaalposten maken met betrekking tot retourverkopen (contant of op rekening), al of niet met verkoop- of betalingskortingen, afgifte van goederen, eventueel op gescheiden tijdstippen.

X

1.8

De kandidaat kan de journaalpost maken met betrekking tot de permanentie, waarbij de grootboekrekeningen vooruitbetaalde bedragen, vooruit ontvangen bedragen, te ontvangen bedragen en te betalen bedragen kunnen worden gebruikt.

X

1.9

De kandidaat kan de journaalpost maken van mutaties van liquide middelen aan de hand van het kasboek en bankboek, met gebruik van de tussenrekeningen kruisposten, kruisposten pinbetalingen, kruisposten creditkaartbetalingen.

X

1.10

De kandidaat kan de journaalpost maken van de mutaties in het eigen vermogen van een eenmanszaak.

X

1.11

De kandidaat kan de journaalpost maken van mutaties in het vreemde vermogen op lange termijn.

X

1.12

De kandidaat kan de journaalpost maken van mutaties in het vreemde vermogen op korte termijn.

X

1.13

De kandidaat kan de journaalpost maken van omzetbelasting bij aankoop en bij verkoop en de afdracht van omzetbelasting.

X

1.14

De kandidaat kan de journaalpost maken van betalingsverschillen, kasverschillen en voorraadverschillen.

X

1.15

De kandidaat kent de opbouw van de loonkosten in de componenten brutoloon, loonheffingen en werkgeverslasten.

X

1.16

De kandidaat kan de journaalpost maken van in het bedrijf gangbare kosten zoals lonen/loonheffingen/pensioenkosten, financiering, huisvesting, transport, belasting, etc.

X

1.17

De kandidaat kan de journaalpost maken van de oninbare vordering en kent de fiscale regels met betrekking tot deze vordering.

X

X

2           Kolommenbalans

K

B

T

A

2.1

De kandidaat kent het begrip voorafgaande journaalpost en weet hoe deze te verwerken.

X

2.2

De kandidaat kan aan de hand van de proef- en saldibalans de resultatenrekening invullen, het resultaat bepalen, de balans invullen en het eigen vermogen bepalen.

X

2.3

De kandidaat kan het nieuwe eigen vermogen berekenen, uitgaande van het oude eigen vermogen, het resultaat en de privé-onttrekkingen c.q. stortingen.

X

3           Balans, (sub)grootboek en bijboek

K

B

T

A

3.1

De kandidaat kan een balans opstellen.

X

3.2

De kandidaat kan (sub) grootboekrekeningen opstellen m.b.t. debiteuren, crediteuren en voorraad.

X

3.3

De kandidaat kan bijboekrekeningen van de voorraad opstellen.

X

3.4

De kandidaat kan de onderlinge samenhang van balans, grootboek, subgrootboek en bijboek aangeven.

X

4            Btw-administratie

4.1

De kandidaat begrijpt de systematiek van de belasting op de toegevoegde waarde.

X

4.1

De kandidaat kent de margeregeling en kan de journaalpost maken bij een verkooptransactie met margeregeling.

X

X

4.3

De kandidaat kent de begrippen landbouwregeling en verleggingsregeling.

X

4.4

De kandidaat kan de journaalpost maken bij het privégebruik van goederen.

X

X

4.5

De kandidaat kent de kleineondernemersregeling en kan beoordelen wanneer het voordelig is aan deze regeling deel te nemen.

X

X

X

5           Boekhouding rechtspersoon

K

B

T

A

5.1

De kandidaat kent het verschil tussen de grootboekrekening Privé en Rekening courant eigenaar.

X

5.2

De kandidaat kent het verschil tussen het bedrijfsresultaat van de eenmanszaak/vof en van de nv/bv en kent het begrip toegerekend loon.

X

X

5.3

De kandidaat kan de journaalpost maken van creatie van en mutaties in het eigen vermogen van een bv of nv, w.o. aandelenkapitaal, agioreserve en winstreserve.

X

5.4

De kandidaat kan de journaalpost maken van de winstverdeling (tantièmes, cash- en stockdividend, winstreservering) bij de bv of nv, daarbij rekening houdend met vennootschaps- en dividendbelasting.

X

 

Print pagina